Eindelijk is het zo ver! De zon schijnt en het is aangenaam warm. Dan is het rosé-time. Ik vind het heerlijk, een lekker glas rosé in de zon op het terras. Jij ook?
De meningen over rosé durven al eens uiteen lopen. Sommigen vinden rosé te zoet. Anderen vinden het een heerlijk lichte passe-partout. En voor nog anderen is het een minderwaardige wijn. En dat laatste is volgens mij een misvatting. Rosé wijn is een complexe en genuanceerde wijn, net als een rode en een witte.
Soorten rosé wijn
In tegenstelling tot wat sommigen denken, is rosé geen mengeling van witte en rode wijn. Rosé wijn wordt gemaakt van blauwe druiven zoals oa Grenache, Syrah, Clairette, Tempranillo en Mourvèdre, soms in combinatie met witte druiven. Het sap dat uit de druiven komt is altijd kleurloos en het is de schil van de druif die de kleur geeft. De wijnboer bepaalt dus zelf of de wijn uiteindelijk donkerroze, zalmkleurig of lichtroze wordt. Hoe doet hij dat? Door de blauwe schillen in contact te brengen met het kleurloze druivensap.
Tijdens de traditionele vinificatie worden de druiven gekneusd en beginnen de schillen hun kleurstof aan het sap af te geven. Zodra de wijnboer tevreden is over de tint worden de druiven voorzichtig geperst en worden schillen en sap van elkaar gescheiden. Daarna gaat de vergisting verder. Hoe langer de schillen en het sap contact hebben, des te donkerder wordt de kleur en des te krachtiger de smaak van de rosé. De beperkte hoeveelheid tannine in rosé maakt dat hij fris en licht is, maar toch met een bepaalde stevigheid.
Er zijn enorm veel verschillende rosé wijnen, van zeer lichtroze, bijna wit zelfs, over zalmkleurig tot donkerroze.
De meeste gekende rosé wijnen zijn die uit de Provence. Ze zijn licht, fris en fruitig en drinken zeer makkelijk. Het meeste gangbare type Provence rosé wordt gemaakt op basis van een korte inweking van blauwe druiven. Nadat deze voldoende kleur hebben afgegeven, worden ze geperst. Daarna vindt de gisting plaats op lage temperatuur. Door kleine variaties op deze vinificatiemethode ontstaan er dus ook verschillende soorten Provence rosé.
Ook Spanje staat gekend voor zijn rosé wijnen. De voornaamste druif om Spaanse rosé te maken is de Tempranillo druif. Daarnaast zijn er ook andere mogelijkheden zoals Garnacha en Cabernet Sauvignon. Spaanse rosé is vaak donker van kleur, wat kruidiger dan zijn Provence tegenhanger en je vindt er vaak toetsen van rood fruit zoals framboos, aardbei en rode bessen in terug.
“Fleur” Rosé
Onze “Fleur” Rosé is een Provence rosé met een mooie roze kleur. Hij is wat donkerder dan de meer bekende Provence rosé wijnen en ook wat voller en steviger. Hij is perfect om te drinken als aperitief, maar door zijn smaak en stevigheid is het ook een eetwijn en kan je ‘m makkelijk “pairen” met verschillende gerechten, zowel met vlees als vis.
Kies wel best witte en lichte vleessoorten zoals varkensvlees, kalfsvlees en kip. Vette vis zoals haring en makreel of gegrilde vis is ook bijzonder lekker bij een glas rosé, net als gerechten met een complex smaakpallet zoals de Aziatische en Mexicaanse keuken.
Vergeet uiteraard niet hoe je rosé moet serveren. De standaardregel is dat je lichte, fruitige rosé het beste gekoeld kunt drinken tussen de 6 en 8 graden. Een complexere roséwijn kun je iets warmer serveren (eerder 10°) zodat alle smaken goed tot hun recht komen.
Hoe bewaar je een rosé?
In het algemeen kan rosé best direct na de “release datum” gedronken worden. Rosé wijnen zijn namelijk geen bewaarwijnen. De houdbaarheid van rosé wijn is 1 tot maximaal 2 jaar, maar eigenlijk is het beter om een rosé wijn binnen het jaar op te drinken. Kies bij het kopen van een rosé wijn dus altijd een zo jong mogelijk jaartal en bewaar de wijn niet te lang. Thuis bewaar je de wijn best op een koele plek waar er een constante temperatuur heerst. Zet ‘m slechts een paar uur voor serveren in de frigo.
Eens de fles rosé wijn geopend, is de wijn uiteraard het lekkerste op de dag zelf. Er komt namelijk zuurstof bij de wijn na opening en dit zorgt voor oxidatie en uiteindelijk het bederf van de wijn. Wil je de geopende fles toch nog een dag extra bewaren, zet ‘m dan koud in de frigo. De lage temperatuur in de koelkast vertraagt het oxidatieproces. Nog beter is om de fles vacuüm te trekken vooraleer ze in de frigo te steken.
Vin Doux Naturel “Emotion” Rosé
Wij hebben in ons gamma nog een rosé wijn, namelijk een Vin Doux naturel rosé ofwel een op natuurlijke wijze versterkte zoete rosé wijn. Rasteau dankt haar naamsbekendheid aan de Vin Doux Naturel en verwierf er in 1944 de Cru status voor. Onze Rasteau Vin Doux Rosé bestaat bestaat voor 100% uit blauwe Grenache druiven en het is een “rosé saignée”. Dat betekent dat de blauwe druiven uiterst voorzichtig werden geperst om ze te scheiden van de resterende most resulterend in een puur druivensap dat de wijn licht van kleur, subtiel en zoet maakt.
Deze Vin Doux Naturel kan zowel als aperitief of als dessertwijn gedronken worden en dit bij zoete gerechten, noten of kazen. Na het openen van de fles kan een Vin Doux zeker 6 maanden bewaard worden zonder kwaliteitsverlies.