🌡De ideale serveertemperatuur van wijn 🍷

Er bestaat nogal wat onduidelijkheid als het gaat over de ideale temperatuur om een wijn te serveren. De juiste serveertemperatuur is belangrijk want die beïnvloedt namelijk in hoeverre een wijn echt tot zijn recht komt. Serveer je een witte wijn te koud dan zal de geur en smaak minder goed aanwezig zijn en proef je zijn rijkheid niet. Is een rode wijn te warm, dan kan het aanwezige fruit bijna als gekookt overkomen, verliest hij zijn fruitigheid en smaakt hij log en zwaar.

Een rode wijn wordt best geserveerd op kamertemperatuur en een witte en rosé best gekoeld. Maar over welke temperaturen spreken we dan eigenlijk?

Als ik denk aan kamertemperatuur, denk ik aan minstens 21°C, want dat is voor mij de ideale temperatuur.

In wijntermen haal ik echter best een trui boven, want de ideale kamertemperatuur voor een rode wijn is namelijk wat frisser – eerder tussen de 16 en 18°C, voor een rode wijn met medium tot volle body toch.

Een lichtere rode wijn wordt dan weer beter lichtjes gekoeld en tussen de 14 en 16°C geserveerd.

 

Mocht de fles bij opening nog wat te koud zijn, is het zeker geen goed idee om ze naast een radiator te plaatsen om de wijn op te warmen. Wijn die plots wordt blootgesteld aan warmte kan de kwaliteit beschadigen. Best is dan om de wijn in het glas op te warmen met je handen. Eens op de juiste temperatuur, zal de balans in smaak worden hersteld.

Witte wijnen worden meestal te koud geserveerd. Een fles witte wijn wordt vaak in de koelkast bewaard, dus aan 6°C ongeveer. Voor een lichte, easy drinking witte wijn is dat niet zo’n probleem alhoewel de ideale serveertemperatuur van zo’n wijn eerder rond de 7 à 10°C ligt.

Voor een meer complexe witte kwaliteitswijn is 6°C absoluut te koud. Aroma’s gaan dan namelijk verloren en dat is zonde. De ideale temperatuur van witte wijn ligt tussen de 10 en 12°C. Dit betekent dat je die betere witte wijn beter niet in de koelkast bewaart, maar gewoon op een koele plek.

 

Komt de wijn toch uit de frigo, haal ‘m dan minstens een half uur voor serveren uit de koelkast.

Rosé wijnen zijn meestal fruitige wijnen die best fris geserveerd worden om de lekkere aroma’s te proeven. Een goede temperatuur voor rosé is 6 à 8˚C. Aangezien rosé vaak bij mooi zonnig weer wordt gedronken, mag hij wat kouder bewaard worden, omdat de wijn, eenmaal ingeschonken, snel opwarmt door contact met de warme lucht.

Zoete wijnen zoals een Vin Doux naturel worden ook best koud geserveerd. Hoe zoeter, hoe kouder eigenlijk. Zoete wijnen die te warm worden geserveerd, worden nog zoeter en voelen plakkerig aan. Ideale temperatuur is tussen de 6 en 8°C om hun evenwicht te behouden.

 

 

Conclusie: De temperatuur van een wijn is zeer belangrijk als je ‘m serveert. Hou echter in gedachten dat je een wijn beter te koud dan te warm serveert. Wijn bereikt na het schenken uiteindelijk toch de kamertemperatuur in het glas, terwijl een warme wijn alleen maar warmer wordt. Dus als je de wijn wat koeler inschenkt is dat niet erg. Zeker niet in een warmere omgeving.